In het kader van haar financiële inclusiebeleid organiseert de Centrale Bank van Suriname op 5 en 6 augustus 2023 een Financiële Educatie Minibeurs op het ‘University of Applied Sciences and Technology Suriname (UNASAT)’ aan de Hindilaan 1B. Samen met actoren uit de financiële sector, maatschappelijke groeperingen en onderwijsinstellingen zal financiële informatie worden gedeeld met de beursbezoekers.

De Centrale Bank van Suriname (hierna de Bank) heeft op woensdag 22 februari 2023, een termijndeposito veiling met drie looptijden onder de algemene banken gehouden.  Op deze veiling heeft de Bank het 1-weeks, 1-maands en 3-maands TD-instrument geveild. Het volume voor deze veiling bedroeg SRD 600,- miljoen. De algemene banken waren in de gelegenheid om biedingen te plaatsen ter waarde van SRD 300,- miljoen voor het 1-weeks TD-instrument, SRD 150,- miljoen voor het 1-maands en SRD 150,- miljoen voor het 3-maands TD-instrument.

De algemene banken hebben in totaal SRD 355,- miljoen geboden voor de 1-weekse TD’s, waarvan SRD 300,- miljoen is toegewezen. Voor de 1-maandse TD’s hebben de algemene banken in totaal SRD 89,- miljoen geboden, welke is toegewezen. Voor de 3-maandse TD’s hebben de algemene banken SRD 76,- miljoen geboden, welke is toegewezen.

De gewogen gemiddelde toegewezen rente (OMO-rente) voor de 1-weekse TD’s is gedaald met 3,0 procentpunt naar 31,5%. De jaar-op-jaar inflatie per eind december 2022 bedraagt 54,6%.

Voor het overzicht met het veilingresultaat klikt u hier.

Inleiding

Het wisselkoersvraagstuk is geen op-zichzelf-staand vraagstuk, hoewel de indruk helaas wel ontstaat alsof er sprake is van een ‘stand-alone’ vraagstuk op grond van de vele commentaren. De keuze en het besluit van de Regering om met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in zee te gaan heeft erin geresulteerd dat het wisselkoersregime dat in 2020 was aangenomen, te weten een ‘beheerst-zwevend wisselkoerssysteem’, medio 2021 vervangen moest worden door een ‘flexibel wisselkoerssysteem’, dat tot de beëindiging van het programma met het IMF zal worden beheerst door geconditioneerde vereisten, spelregels en controlemechanismen. In dit artikel wordt het wisselkoersvraagstuk geplaatst tegen de achtergrond van de beperkingen en de mogelijkheden binnen het programma met het IMF en de noodzakelijke randvoorwaarden voor een duurzame aanpak van dit vraagstuk.  

 

Wisselkoersregime en -notering

De invoering van de ‘vrije wisselkoers’ startte per 7 juni 2021 en was een vooraf vastgestelde vereiste door het IMF om het programma goedgekeurd te krijgen. Hierdoor komt de wisselkoers tot stand op basis van het vraag- en aanbodmechanisme via de valutamarkt die zich nog tot een volwaardige markt moet ontwikkelen.

Met ingang van 7 juni 2021 heeft de Centrale Bank van Suriname (CBvS) een openingskoers gehanteerd op basis van de toen geldende parallelmarktkoers van de US-dollar. Met de invoering van de marktkoers per 7 juni 2021 moest er dus een einde komen aan het verschil tussen de gehanteerde officiële koers van de CBvS en die van de parallelmarkt, de z.g. ‘zwarte marktkoers’.

De CBvS heeft na de openingskoers per 7 juni 2021 geen eigen wisselkoersen meer vastgesteld, maar een gewogen gemiddelde wisselkoers genoteerd en gepubliceerd die tot stand is gekomen door de dagelijks gerealiseerde en geregistreerde valutatransacties door de banken en de geldwisselkantoren die onder het toezicht van de CBvS staan.

 

Totstandkoming wisselkoers

De marktwerking op de valutamarkt moet conform het programma met het IMF in beginsel geheel vrij zijn zonder beïnvloeding van de autoriteiten, hetgeen een bijzonder grote uitdaging is voor ons land als kleine open economie. Immers, in hoeverre de wisselkoers in ons land geheel, gedeeltelijk of geheel niet door economische fundamenten wordt bepaald, naast psychologische respectievelijk ervaringsgerichte benaderingen of speculatieve motieven en op winst georiënteerde benaderingen, is niet bekend. Uit een onderzoek van de CBvS naar de vaststelling van aan- en verkoopkoersen bij de banken en de wisselkantoren werd primair de factor ‘vraag en aanbod’ en de wisselkoers van de concurrent genoemd als uitgangspunt, zonder daarbij andere economische factoren in acht te nemen.

 

Wisselkoersmodellen

De CBvS heeft enkele rekenmodellen gebaseerd op economische fundamenten om te trachten na te gaan in welke mate de wisselkoers in lijn is met de economische fundamenten. Deze rekenmodellen zijn in 2020 ontwikkeld en geven aan dat de wisselkoers per 7 juni 2021, die bij de invoering van de vrije wisselkoers ongeveer SRD 21 per USD 1 was, thans flink is achterhaald. De huidige feitelijke marktkoersen wijken echter enigszins af van de waarden volgens de CBvS rekenmodellen. Immers, de wisselkoers wordt ook of voornamelijk door andere niet-economisch gebaseerde factoren bepaald. In de rekenmodellen van de Bank worden zaken, zoals marktsentimenten die moeilijk te kwantificeren zijn, weliswaar buiten beschouwing gelaten. 

 

Beperkte beleidsautonomie

Met het oog op het streven van elk land om prijsstabiliteit te kunnen realiseren, is een stabiele wisselkoers uitermate belangrijk, met name in zeer (kleine) open economieën met een weinig gediversifieerd exportpakket. Immers, wisselkoersen en prijzen zijn in zulke landen sterk gecorreleerd. De wisselkoers is voor de CBvS in het programma met het IMF echter geen directe ‘anker’ c.q. doelstelling waarover beleid wordt ontwikkeld en uitgevoerd, maar de basisgeldhoeveelheid, zijnde de bankbiljetten in omloop en de rekening-courant tegoeden van de banken bij de CBvS. Hoewel de CBvS de mogelijkheid van valuta-interventie heeft, kan zij hiertoe overgaan onder bepaalde condities en uitsluitend om wanordelijke marktomstandigheden in te dammen. Binnen de beleidsautonomie die de CBvS momenteel heeft, dient sterk de nadruk te worden gelegd op de beheersing van de geldhoeveelheid. In dit kader is het uitermate belangrijk dat het monetair en het budgettair beleid goed op elkaar zijn afgestemd.

 

Focus op het programma met het IMF

Het programma met het IMF is zeer stringent en voornamelijk gericht op budgettair beleid, schuldbeheer van de Staat en monetair beleid. Dit betreft zeer belangrijke gebieden, maar deze alleen zijn niet voldoende voor een gedegen sociaal en economisch beleid en voor duurzame stabilisering van de wisselkoers op basis van het zwevend wisselkoersregime. Het zijn beleidsgebieden die voorwaardescheppend zijn om een dynamische private sector tot stand te brengen.

 

Noodzaak holistische benadering

Hoewel de focus op de delen van een duurzaam sociaal en economisch beleid zeer belangrijk is, dient het geheel van de onderlinge samenhang van de beleidsdelen niet te worden uitgesloten bij analyses. Op de korte termijn veroorzaakt enige ontsporing van het budgettair beleid van de Staat met betrekking tot netto uitgaven, waarbij de hieruit voortvloeiende extra in omloop gebrachte SRD-liquiditeiten niet volledig opgevangen worden door het monetair beleid via de openmarktoperaties (OMO’s), een opwaartse druk op de OMO-rente, de wisselkoers en daardoor de inflatie. De gerealiseerde cijfers vanaf mei 2022 bevestigen deze samenhang.

Op het hoger geaggregeerd niveau dient naast het programma met het IMF op nationaal niveau een stringent beleid te zijn i.v.m.:

  • Duurzame groei van de economie; productie en werkgelegenheid.
  • Diversificatie van het exportpakket en opvoeren van het exportvolume.
  • Ontwikkelen van de financiële markten en de toegang tot internationale financiering. Een adequate werking van het rente-transmissiemechanisme is noodzakelijk.
  • Public-Private Partnerships (PPPs), gebaseerd op de belangrijkste focusgebieden of speerpunten.

Duurzame groei en werkgelegenheid zijn geen focusgebieden van het programma met het IMF, maar zijn naast restrictief budgettair en monetair beleid noodzakelijke randvoorwaarden om op duurzame wijze wisselkoers- en prijsstabiliteit te bewerkstelligen.

De samenhang tussen de overheidsfinanciën, de OMO’s, de wisselkoers en de inflatie is zeer zeker van belang, naast een overheidsbeleid gericht op duurzame groei en werkgelegenheid, om rust op de valutamarkt te garanderen. Echter kunnen en zullen externe factoren altijd invloed uitoefenen op beleidsgrootheden, zo ook op wisselkoers- en prijsstabiliteit. De recente appreciatie van de US-dollar heeft een impact op de wisselkoersontwikkeling in ons land, evenals de vele prijsstijgingen van geïmporteerde producten, de z.g. importinflatie, aangezien meer van de schaarse vreemde valuta moet worden neergeteld voor deze producten.

Tenslotte zullen de externe factoren die direct en/of indirect van invloed zijn op de wisselkoers, nader bekeken moeten worden om na te gaan welke maatregelen hierop gericht moeten worden. Er moet tevens voortdurend in de gaten worden gehouden welke factoren de wisselkoers naast de economische vraag- en aanbodfactoren beïnvloeden.

 

Verplichte 35% verkoop valuta door exporteurs

De bedoeling van de Algemene Beschikking van de Deviezencommissie inzake de repatriatie- en afdrachtplicht is dat er voldoende aanbod van vreemde valuta op de valutamarkt is vanwege de verplichte verkoop van 35% van exportdeviezen aan het bankwezen. Teneinde dit te realiseren en een gunstige invloed uit te oefenen op de wisselkoers is het van belang dat de exporteurs zich houden aan deze regeling. De handhaving van deze regeling kan in goed overleg tussen de autoriteiten en de exporteurs worden gegarandeerd.

 

Maatschappelijk draagvlak van het programma met het IMF

Idealiter, zou er voorafgaand aan de eerste ondertekening van de overeenkomst met het IMF een stevig maatschappelijk debat moeten hebben plaatsgevonden. Helaas wordt er, door gebrek aan voldoende maatschappelijk draagvlak, op onderdelen binnen en buiten het parlement terechte en onterechte kritiek gegeven, m.n. op het flexibele wisselkoerssysteem en de OMO’s, die een wezenlijk, en daarom niet-onderhandelbaar, deel uitmaken van de overeenkomst met het IMF.

 

Slot

De wisselkoers stabiliseren in een kleine, open en kwetsbare economie als Suriname blijft een uitdaging, in het bijzonder als gevolg van de financieel-economische crisis waarin ons land nog verkeert en het langzame en fragiele herstel van de economie na de Covid-19 pandemie. Naast de vele kritiek is het vooral belangrijk dat er alternatieven worden voorgelegd op welke wijze en met welke budgettaire en monetaire instrumenten, naast de noodzakelijke economische groei, de wisselkoers en de inflatie kunnen worden gestabiliseerd in de huidige financieel-economische situatie op basis van een ‘verkrappend’ monetair beleid.

 

16 november 2022

Centrale Bank van Suriname

 

 

Hierbij bericht de Centrale Bank van Suriname dat, vanwege de komende feestdagen, haar kassa’s eerder zullen sluiten op de navolgende dagen:

  • Donderdag 29 december 2022 om 10.00 uur
  • Vrijdag 30 december 2022 om 10.30 uur

 

Het publiek wordt verzocht hiermee rekening te houden.

 

Paramaribo, 20 december 2022

CENTRALE BANK VAN SURINAME

De Centrale Bank van Suriname (hierna de Bank) heeft op woensdag 14 september 2022, een termijndeposito veiling met drie looptijden onder de algemene banken gehouden.  Op deze veiling heeft de Bank het 1-weeks, 1-maands en 3-maands TD-instrument geveild. Het totaalbedrag voor deze veiling bedroeg SRD 1.000,- miljoen. De algemene banken waren in de gelegenheid om biedingen te plaatsen ter waarde van SRD 500,- miljoen voor het 1-weeks TD-instrument, SRD 400,- miljoen voor het 1-maands en SRD 100,- miljoen voor het 3-maands TD-instrument.

De algemene banken hebben in totaal SRD 260,5 miljoen geboden voor de 1-weekse TD’s, welke is toegewezen. Voor de 1-maandse en 3-maandse TD’s hebben de algemene banken respectievelijk SRD 357,- miljoen en SRD 13,7 miljoen aangeboden, welke is toegewezen

De gewogen gemiddelde toegewezen rente (OMO-rente) voor de 1-weekse TD’s is gestegen met 3,2 procentpunt naar 74,8%. De jaar op jaar inflatie per eind juli 2022 bedraagt 49,2% en deze is voor 2022 geschat op 25,8%. 

Veilingresultaten 14 september 2022

Exchange RatesMarch 09th and until further notice

Currency Buying Selling
USD 14,018 14,290
EUR 16,628 16,959
GBP 19,396 19,782
ANG 7,699 7,852
AWG 7,784 7,939
BRL 2,438 2,485
TTD 2,063 2,103
BBD 6,907 7,044
XCD 5,190 5,293
PER 100 GYD 6,657 6,790

Gold CertificatesMarch 09th and until further notice

Coupon SRD
5 gram 7.814,97
10 gram 15.629,94
50 gram 78.149,69
100 gram 156.299,39
500 gram 781.496,94
1000 gram 1562993,88
Gold LME: USD 1.701,00 /tr.oz.

Inflation

    Average End-of-period
2022   52.4 54.6
       
2023   Month-to-month Year-to-year
Jan   3.7 55.6
Feb   3.2 57.9
Mar   3.2 59.6
Apr   5.7 65.4
May   2.4 65.0
Jun   2.3 54.6
Jul   3.0 56.6
Aug   2.0 53.5
Sep   1.5 50.8
Oct   1.0 42.9
Nov   0.6 38.7
Dec   0.1 32.6
       
2024   Month-to-month Year-to-year
Jan   0.9 29.0
Feb   0.4 25.4
Mar   4.4 26.8
Apr   0.7 20.9
May   0.5 18.6
Jun   0.2 16.2
Jul   0.1 13.0
Aug   0.3 11.1
Sep   0.9 10.5
Oct   0.6 10.1
Nov   0.2 9.6
Dec   0.5 10.1
       
2025   Month-to-month Year-to-year
Jan   0.6 9.9
Feb   0.4 9.9
Mar*)   0.5 5.8

*) Preliminary figures

 

 

Weighted Average RatesMay 07 - 12:30h (Transfers)

Currency Buying Selling
USD 36.730 37.101
EUR 41.225 41.939
GBP 49.025 49.986
XCG 20.181 20.577
AWG 20.406 20.806
BRL 6.443 6.569
TTD 5.403 5.509
BBD 18.106 18.461
XCD 13.604 13.870
GYD PER 100 17.453 17.795
CNY 5.084 5.183

Weighted Average RatesMay 07 - 12:30h (Banknotes)

Currency Buying Selling
USD 36.312 36.873
EUR 39.753 40.419
GBP 48.467 49.427
XCG 19.952 20.347
AWG 20.173 20.573
BRL 6.369 6.496
TTD 5.341 5.447
BBD 17.900 18.255
XCD 13.449 13.715
GYD PER 100 17.254 17.596
CNY 5.026 5.125

Gold CertificatesMay 07

Coupon SRD
5 gram 40.454,03
10 gram 80.908,06
50 gram 404.540,28
100 gram 809.080,56
500 gram 4.045.402,81
1000 gram 8.090.805,63
Gold LBMA USD 3.391,45 /tr.oz.

Weighted Average Accepted
OMO Rate

Auction ID Auction Date Rate (%)
CBTD250430-1W 2025-04-30 7,7
CBTD250423-1W 2025-04-23 7,7
CBTD250416-1W 2025-04-16 7,1
CBTD250409-1W 2025-04-09 7,4

Standing Lending Facility Interest Rate

Auction ID Auction Date Rate (%)
CBTD250430-1W 2025-04-30 9,2
CBTD250423-1W 2025-04-23 9,2
CBTD250416-1W 2025-04-16 8,5
CBTD250409-1W 2025-04-09 8,9
Balance sheet

Inflation

    Average End-of-period
2022   52.4 54.6
       
2023   Month-to-month Year-to-year
Jan   3.7 55.6
Feb   3.2 57.9
Mar   3.2 59.6
Apr   5.7 65.4
May   2.4 65.0
Jun   2.3 54.6
Jul   3.0 56.6
Aug   2.0 53.5
Sep   1.5 50.8
Oct   1.0 42.9
Nov   0.6 38.7
Dec   0.1 32.6
       
2024   Month-to-month Year-to-year
Jan   0.9 29.0
Feb   0.4 25.4
Mar   4.4 26.8
Apr   0.7 20.9
May   0.5 18.6
Jun   0.2 16.2
Jul   0.1 13.0
Aug   0.3 11.1
Sep   0.9 10.5
Oct   0.6 10.1
Nov   0.2 9.6
Dec   0.5 10.1
       
2025   Month-to-month Year-to-year
Jan   0.6 9.9
Feb   0.4 9.9
Mar*)   0.5 5.8

*) Preliminary figures