Fitch herbevestigt B- rating

Visie Surinaamse autoriteiten

 

Fitch houdt de soevereine rating van Suriname op B-. De Surinaamse economie is uit de diepe crisis van 2015 en 2016 geklommen en groeit met ruim 3% op jaarbasis volgens de Economische Bedrijvigheid survey van de Centrale Bank (CBvS). De verbeterde macro-economische condities blijken voorts uit de sterk gedaalde inflatie, die sinds februari dit jaar onder 5 procent dook, en de gestage opbouw van de internationale deviezenreserves van het land. Deze laatsten noteren USD 713 miljoen ultimo juli 2019, of 4 maanden importdekking voor de gehele economie. Indien de importen ten behoeve van de mijnbouw uitgezonderd worden, die namelijk grotendeels door de mijnbouwbedrijven zelf gefinancierd worden, is de dekking 5,8 maanden. 

In de opleving verbeteren de staatsfinanciën verder. Het strakke uitgavenbeleid van sedert 2015 en de verhoogde inkomsten na 2016 resulteren in een afnemend tekort op commiteringsbasis (dat is, na rekenschap van betaling van achterstanden uit vorige begrotingsjaren). Het tekort zakte van 10,6 procent van het BBP in 2016 naar 8,8 procent in 2017, en bereikte 7,6 procent in 2018. Naast strakke discipline om geen overbodige en inefficiënte bestedingen te plegen, houden het sociale en beschermingsbeleid van de overheid koers. Zodoende is het aandeel van subsidies en transfers in de totale uitgaven van elk jaar steeds ruim 30 procent. Voor twee-derde bestaan deze uit financiële ondersteuning aan kwetsbare huishoudens en groepen, subsidies aan onderwijsinstellingen en aan de gezondheidszorg, en suppleties aan de algemene pensioenvoorziening. De tweede grote uitgavenpost zijn de ambtenarensalarissen, die in de achterliggende vier jaren gemiddeld bijna 28 procent bedroegen. 

Voorts pleegt de overheid kapitaalsinvesteringen die een structureel effect hebben op de verdiencapaciteit van de economie, zoals duurzame investering in human capital en in ICT, woningbouw voor de lage- en middeninkomens, bouw van studentenflats, aanleg van wegen en verbindingen, instelling van research- en proefstations binnen landbouw, veeteelt en visserij, modernisering douane en handelsfaciliteiten, landelijke uitbreiding van energie- en watervoorzieningen, en meer. De kapitaalsuitgaven zijn in belangrijkheid toegenomen, en beslaan thans 13-14 procent van de totale overheidsuitgaven, tegenover 8 procent in 2015. In deze processen is de particuliere sector nauw betrokken, en is er spin-off naar werkgelegenheid en inkomens voor nationale bedrijven. 

In 2018 waren de kasuitgaven van de Overheid hoger dan in de voorgaande jaren, aangezien enkele achterstanden op het gebied van pensioendekking en supportbetalingen aan de gezondheidssector werden ingelopen. De ruimte hiertoe kwam beschikbaar nadat Staatsolie de lening die zij in 2016 van de staat had betrokken terugbetaalde. Ook nam Staatsolie de 4,8%-staatsparticipatie in de nieuwe NewMont mijn over. De overheid heeft tegen de achtergrond van de trendmatige vermindering van het tekort en de stabiele macro-economische omgeving de overweging gemaakt om deze achterstallige verplichtingen te voldoen. Dit is een eenmalige hoge kasuitgave die zich niet repeteert in de toekomst. 

Interpretatie outlook. Een belangrijke vraag is, of de overheid niet te veel geld uitgeeft en of dit geen overliquiditeit en hoge inflatie veroorzaakt. Dat is het impliciete verwijt dat Fitch, met haar negatieve outlook, uitspreekt. Deze verwachting is echter niet gestoeld op de feiten. De stabiele inflatie, de aangetrokken economische groei en het trendmatig afnemend overheidstekort zijn de feiten. Achterstanden op betalingen voor goederen en diensten behoren tot het verre verleden, en ook deze discipline ligt ten grondslag aan de verbeterde overheidsfinanciën. 

In het macro-economisch management werken de twee monetaire autoriteiten nauw samen. Dit om procyclische risico’s tegen te gaan. In dit kader is het Monetary and Fiscal Policy Coordination Committee in het leven geroepen om te geraken tot duurzame afstemming tussen het budgettair beleid van de overheid en het monetaire beleid van de CBvS. In de afgelopen 5 maanden heeft de CBvS eveneens de institutionele en organisatorische versterking ter hand genomen om haar mandaat van monetaire en financiële stabiliteit en creatie van de randvoorwaarden voor een evenwichtige sociaaleconomische ontwikkeling effectiever uit te voeren. De opzet van nieuwe afdelingen op het gebied van openmarktoperaties, strategische beleggingen, fintech, internal audit, risicobeheer en compliance alsook de modernisering en actualisering van de financiële wet- en regelgeving zijn hierbij vermeldenswaard.   

De CBvS hanteert een graadmeter voor de monetaire “spanning”, én zij zet instrumenten in om de monetaire en financiële stabiliteit te bewaren. Zij ziet erop toe dat financiering altijd binnen de wettelijke kaders geschiedt en zij ondersteunt de overheid met liquiditeitsplanning. Het monetair beleid heeft tevens zich vanaf maart 2019 gericht op het afromen van overtollige liquiditeiten in de economie die reeds voor die periode was opgebouwd. Hierbij wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid van voldoende liquiditeit om economische activiteit te financieren. De afroming van overtollige liquiditeiten is initieel geschied via het afwikkelen van de vervallen vreemde valutaswapcontracten van de banken met de CBvS, het beleggen van liquide middelen door de banken in SRD-termijndeposito’s bij de CBvS en het ter beschikking stellen van vreemde valuta voor noodzakelijke importen. Vervolgens heeft de CBvS in juli 2019 twee nieuwe beleggingsinstrumenten geïntroduceerd, namelijk een aangepast Goudcertificaat en het Certificate of Deposit, waarmee eveneens overtollige liquiditeiten kunnen worden gesteriliseerd. 

Het is de CBvS gelukt om een vlot en efficiënt verloop van het buitenlands betalingsverkeer te garanderen en de import van goederen veilig te stellen, ondanks de negatieve repercussies van de onrechtmatige inbeslagname van een geldzending van de CBvS door het Nederlands Openbaar Ministerie. De CBvS  heeft naar aanleiding van de onrechtmatige  aanhouding van de euromiddelen op 28 juni 2019 een klaagschrift ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland. Het klaagschrift wordt door de Rechtbank behandeld op de zitting van 5 november 2019. Daarnaast is de CBvS in nauw overleg en onderhandeling met verschillende partijen om de geldverschepingen binnenkort te hervatten. Hierdoor moeten de speculatieve handelingen op de valutamarkt tot het verleden gaan behoren. 

De operationalisering van het Suriname Stabilisatie en Spaar Fonds (SSSF) is een ander voorbeeld. De overheid heeft zich gecommitteerd aan overheveling van mijnbouwinkomsten boven een zekere grens vanuit de staatskas naar dit soevereine beleggingsfonds. Dit beoogt stabilisatie van de inkomsten uit de mijnbouw, om te ontkomen aan de valklep van de internationale boom-bust cyclus van de grondstofindustrieën. De CBvS wordt hoofdbeheerder van het Fonds. De CBvS legt zich toe op het effectief managen van dit fonds volgens de wettelijke regels, terwijl de voorspelbaarheid en planning van het overheidsfinanciënbeleid verbeterd. 

Voor de autoriteiten is de outlook gunstig tot zeer gunstig. Randvoorwaarden voor voortgezet stabilisatie- en groeibeleid zijn gelegd en worden nageleefd. Ook nadat de verwachte olievondsten een feit zijn, vergeten wij niet de harde lessen die uit het verleden zijn geleerd. Meer dan ooit zijn wij vast beraden om op de ingeslagen weg voort te gaan van vooruitgang, ontplooiing van ons menselijk en natuurlijk kapitaal, verhoging van de inkomsten van het land en het bestendigen van een rechtvaardige verdeling daarvan.

Exchange RatesMarch 09th and until further notice

Currency Buying Selling
USD 14,018 14,290
EUR 16,628 16,959
GBP 19,396 19,782
ANG 7,699 7,852
AWG 7,784 7,939
BRL 2,438 2,485
TTD 2,063 2,103
BBD 6,907 7,044
XCD 5,190 5,293
PER 100 GYD 6,657 6,790

Gold CertificatesMarch 09th and until further notice

Coupon SRD
5 gram 7.814,97
10 gram 15.629,94
50 gram 78.149,69
100 gram 156.299,39
500 gram 781.496,94
1000 gram 1562993,88
Gold LME: USD 1.701,00 /tr.oz.

Inflation

    Average End-of-period
2022   52.4 54.6
       
2023   Month-to-month Year-to-year
Jan   3.7 55.6
Feb   3.2 57.9
Mar   3.2 59.6
Apr   5.7 65.4
May   2.4 65.0
Jun   2.3 54.6
Jul   3.0 56.6
Aug   2.0 53.5
Sep   1.5 50.8
Oct   1.0 42.9
Nov   0.6 38.7
Dec   0.1 32.6
       
2024   Month-to-month Year-to-year
Jan   0.9 29.0
Feb   0.4 25.4
Mar   4.4 26.8
Apr   0.7 20.9
May   0.5 18.6
Jun   0.2 16.2
Jul   0.1 13.0
Aug   0.3 11.1
Sep   0.9 10.5
Oct   0.6 10.1
Nov   0.2 9.6
Dec   0.5 10.1
       
2025   Month-to-month Year-to-year
Jan   0.6 9.9
Feb   0.4 9.9
Mar*)   0.5 5.8

*) Preliminary figures

 

 

Gewogen Gemiddelde Koersen13 mei - 15:00u (Giraal)

Geldsoort Aankoop Verkoop
USD 35,964 36,199
EUR 39,687 40,806
GBP 47,541 48,473
XCG 19,760 20,148
AWG 19,980 20,372
BRL 6,348 6,473
TTD 5,327 5,431
BBD 17,729 18,076
XCD 13,320 13,581
GYD PER 100 17,089 17,424
CNY 4,994 5,092

Gewogen Gemiddelde Koersen13 mei - 15:00u (Bankpapier)

Geldsoort Aankoop Verkoop
USD 36,383 36,694
EUR 39,654 40,149
GBP 48,095 49,047
XCG 19,991 20,386
AWG 20,213 20,613
BRL 6,422 6,550
TTD 5,389 5,495
BBD 17,935 18,290
XCD 13,475 13,742
GYD PER 100 17,288 17,630
CNY 5,052 5,152

GoudcertificatenMei 13

Coupure SRD
5 gram 37.654,36
10 gram 75.308,72
50 gram 376.543,62
100 gram 753.087,24
500 gram 3.765.436,19
1000 gram 7.530.872,38
Gold LBMA USD 3.235,40 /tr.oz.

Gewogen gemiddelde toegewezen OMO rente

Veiling ID Veiling Datum Rente (%)
CBTD250507-1W 2025-05-07 6,6
CBTD250430-1W 2025-04-30 7,7
CBTD250423-1W 2025-04-23 7,7
CBTD250416-1W 2025-04-16 7,1

Rente Beleningsfaciliteit

Veiling ID Veiling Datum Rente (%)
CBTD250507-1W 2025-05-07 7,9
CBTD250430-1W 2025-04-30 9,2
CBTD250423-1W 2025-04-23 9,2
CBTD250416-1W 2025-04-16 8,5
Weekbalans

Inflatie

    Average End-of-period
2022   52.4 54.6
       
2023   Month-to-month Year-to-year
Jan   3.7 55.6
Feb   3.2 57.9
Mar   3.2 59.6
Apr   5.7 65.4
May   2.4 65.0
Jun   2.3 54.6
Jul   3.0 56.6
Aug   2.0 53.5
Sep   1.5 50.8
Oct   1.0 42.9
Nov   0.6 38.7
Dec   0.1 32.6
       
2024   Month-to-month Year-to-year
Jan   0.9 29.0
Feb   0.4 25.4
Mar   4.4 26.8
Apr   0.7 20.9
May   0.5 18.6
Jun   0.2 16.2
Jul   0.1 13.0
Aug   0.3 11.1
Sep   0.9 10.5
Oct   0.6 10.1
Nov   0.2 9.6
Dec   0.5 10.1
       
2025   Month-to-month Year-to-year
Jan   0.6 9.9
Feb   0.4 9.9
Mar*)   0.5 5.8

*) Preliminary figures