De Newmont deal wordt aanstaande vrijdag getekend en dat is het sein voor Suriname om op de internationale kapitaalmarkt de fondsen te betrekken die haar aandeel zullen financieren. Er is nog wel even tijd, omdat de executive board van Newmont ook het akkoord moet afgeven. Dat wordt verwacht in februari/maart 2014 en daarna zullen de eerste financiën waarschijnlijk pas eind april 2014 nodig zijn.
Toen het signeren van de goud-overeenkomst vroeg dit jaar heel dichtblij bleek is de Centrale Bank van Suriname in samenwerking met het Ministerie van Financiën gelijk richting de internationale kapitaalmarkt opgegaan. De zeer gunstige situatie op de obligatie markt toen gaf die als beste optie aan voor een nieuwkomer als Suriname. De monetaire autoriteiten hebben een zeer nauwkeurige weg gevolgd, omdat een te vroege committering aan een lening/obligatie onnodige rentelasten met zich mee zou brengen (toen geschat op ongeveer US$ 42 miljoen bij een vertraging van de signering van de goudovereenkomst van minimaal een jaar). De goudovereenkomst bleef jammer genoeg uit, waardoor we de markt niet op konden gaan. Business deals nemen immers altijd hun eigen tijd om goed afgewikkeld te worden. Toch is dit niet het meest frappante aan de periode.
Het meest frappante zijn namelijk de scherpe bewegingen die de internationale kapitaalmarkt toen onderging, welke overigens geheel buiten onze invloedssfeer lagen. De markt is de markt, unfortunately; nobody can time it. In mei 2013, kwam de voorzitter van de Federal Reserve van de VS met de aankondiging van beëindiging van ‘monetary easing’. Dit hield in dat de steun van de monetaire autoriteiten om geld lenen goedkoop te houden zou worden ontmanteld. Het gevolg was een directe opwaartse sprong in de rentevoet van de 10-jaar Amerikaanse staatsobligatie, de benchmark voor obligatie-uitgiften. Dit veroorzaakte dat de rentes op emerging market obligaties scherp omhoog schoten. Vele opkomende en ontwikkelingslanden die op dat moment fondsen wilden aantrekken zagen zich geconfronteerd met onverwachte toekomstige rentelasten die veel hoger zouden zijn dan tot dan toe het geval. Ook de wisselkoersen van de emerging landen kwamen onder zware druk te staan omdat er een exodus van kapitaal plaats vond.
Suriname heeft toen, zeker in de situatie als nieuwkomer op de markt, door beide omstandigheden (de vertraging in onderhandelingen en de hoge onverwachte leningslasten) de obligatie-uitgifte op een day-to-day basis bekeken. Suriname heeft in de tussentijd ook uitgekeken naar alternatieven. Een aantrekkelijker alternatief bestaat in de vorm van een directe lening van een gerenommeerde internationale financiële instelling. Er staan ons nu 4 opties open en hieruit wordt een nauwkeurige keuze gemaakt. De financiering van de goudovereenkomst is dus verzekerd. De weg naar de bond markt zal gelijk weer ingezet worden als de omstandigheden beter zijn.
De keuze van financiering zal altijd dienen te vallen op de optie die het best bij ons gewenste toekomstige financiële profiel past. Welk alternatief we ook kiezen, het is noodzakelijk dat de lopende begrotingen van de Staat de nodige bezuinigingen op operationele en personeelskosten omvatten en ook nog ruimte bewaren voor (1) ontwikkelingsprojecten met deels hun eigen financieringsbronnen en (2) betalen van schuldverplichtingen. De lening voor de goud-deal zal passen in deze algemene financieringsmix, waarbij de lopende betaalcapaciteit, alsmede de spaar- en stabilisatiequota die op hoge mijnbouwinkomsten moet worden toegepast, goed bewaakt worden.