Algemeen
De Centrale Bank van Suriname (voortaan aangeduid met CBvS) streeft, zoals opgenomen in artikel 9 van de Centrale Bankwet 2022 (S.B. 2022 no. 65), naar het behoud van de stabiliteit van het financieel systeem. Dit streven tracht zij te realiseren door de toezichthoudende taken opgenomen in artikel 10 van voornoemde wet uit te voeren. Volgens dit artikel heeft de CBvS onder meer de taak om toezicht uit te oefenen op het bank- en kredietwezen, het pensioen- en assurantiewezen, het geldwisselverkeer, het overmakingenverkeer van financiële middelen van en naar het buitenland en op kapitaalmarkt, zulks tegen de achtergrond van de daarvoor geldende wettelijke regelingen. Het toezicht richt zich daarbij op de soliditeit en de integriteit van de instellingen in deze sectoren. Hierbij is het Directoraat Toezicht Kredietwezen belast met het prudentieel en integriteitstoezicht op de financiële instellingen. Dit directoraat beschikt over een secretariaat, Afdeling Toezicht Spaarinstellingen, Afdeling Toezicht Pensioenfondsen, Afdeling Toezicht Banken, Geldtransactiekantoren en Kapitaalmarkt, Afdeling Toezicht Verzekeringen, Afdeling Financiële Stabiliteit, Afdeling financiële Integriteit en Stafbureau DTK.
De technische uitvoering van het toezicht op spaarinstellingen is gedelegeerd aan de Afdeling Toezicht Spaarinstellingen, waarbij de Wet Toezicht Bank- en Kredietwezen (S.B. 2024 no. 04) (WTK 2023) de basis vormt. Deze wet is van toepassing op kredietinstellingen, waar spaarinstellingen deel van uitmaken. Volgens de WTK 2023, is een kredietinstelling een rechtspersoon, die in belangrijke mate haar bedrijf maakt van het ter beschikking verkrijgen van direct of op termijn opvorderbare gelden, al dan niet in de vorm van spaargelden of tegen uitgifte van één of meer soorten schuldbewijzen, en van het voor eigen rekening verrichten van kredietuitzettingen of beleggingen.
De definitie in acht nemende is een spaarinstelling meer dan een financiële instelling.
Een spaarinstelling is een democratisch beheerde organisatie op coöperatieve grondslag zonder winstoogmerk. De leden storten een entreepenning om als lid toegelaten te worden. Deze handeling stelt de leden in staat eigenaar te worden van de spaarinstelling en verleent hun het recht een bestuur te kiezen dat het beleid vaststelt. Tevens kan een directeur benoemd worden.
Vervolgens worden de namen van de onder toezicht staande spaarinstellingen jaarlijks in de eerste helft van de maand januari in het Advertentieblad van de Republiek Suriname gepubliceerd.
Oprichting van een spaarinstelling
De oprichting van een spaarinstelling dient volgens een wettelijk proces te geschieden.
Om de activiteiten van een spaarinstelling, met als rechtsvorm coöperatieve vereniging, te kunnen uitvoeren is conform de WTK 2023 een vergunning van de Bank vereist. Deze vergunning dient ingevolge artikel 3 van de WTK 2023 per aangetekende brief aangevraagd te worden bij de Bank.
Daarnaast dient de documentatie opgenomen in artikel 3 van de WTK 2023 ter goedkeuring van de Bank ingediend te worden. Naast de documenten opgenomen in artikel 3, kan de Bank tevens eisen nadere gegevens te verstrekken. Ook dienen de artikelen 2, 4 tot en met 11 in acht genomen te worden voor het oprichten van een spaarinstelling. Tevens dienen de Wet Coöperatieve verenigingen 2017, de Wet op de Jaarrekening 2017 en de Wet ter voorkoming en bestrijding van Money laundering en Terrorismefinanciering 2022 ook doorgenomen te worden.
Het proces voor de vergunningsaanvraag
Alvorens een spaarinstelling wordt opgericht zullen documenten in orde gemaakt moeten worden. Dit kan enige tijd in beslag nemen. Daarnaast dient er een bestuur samengesteld te worden dat minimaal uit vijf leden bestaat. Er zal ook een commissie van toezicht (toezichthoudend orgaan) samengesteld moeten worden. Deze organen dienen bemenst te worden door de leden van de spaarinstelling. Hierbij dienen de namen en de functies kenbaar gemaakt te worden. Voor de bemensing van de voornoemde organen is conform artikel 19 lid 2 van de WTK 2023 toestemming van de Bank noodzakelijk. Verder kunnen er tevens personen en/of functionarissen worden aangesteld binnen de spaarinstelling die naar oordeel van de Bank invloed kunnen uitoefenen op het risicoprofiel van een spaarinstelling. Ook deze personen en/of functionarissen zullen getoetst worden door de Bank conform artikel 19 lid 3 van de WTK 2023. Alvorens toestemming wordt verleend, zullen de leden van het bestuur en de commissie van toezicht, een eventuele directeur en de voornoemde personen en/of functionarissen een ‘fit and proper’ test ondergaan, waarbij de beschikbaarheid en tijd, het belang van de instelling en onafhankelijkheid, de vakbekwaamheid, financiële gegoedheid, persoonlijke eigenschappen en de integriteit worden getoetst middels het invullen van een aanvraagformulier ten behoeve van leden van het bestuur, de directie en de commissie van toezicht. Hierna zullen er toetsings- en kennismakingsgesprekken worden gehouden.
Verder dient er eerst een vooronderzoek verricht te worden, waarbij aangetoond wordt dat de spaarinstelling levensvatbaar zal zijn. De resultaten van dit onderzoek dienen onder andere opgenomen te worden in een ondernemingsplan. Tevens moet dit plan het volgende bevatten:
- Het doel en de visie, waarbij de behoefte van oprichting, de activiteiten en de doelgroepen ook worden opgenomen.
- De personele bezetting.
- De functiescheidingen (front office, back office, internal audit en compliance officer).
- Een organogram.
- De procedure inzake de wijze en frequentie van de rapportage aan het bestuur/de directie.
- Een minimumaantal leden van 250 voor het oprichten van een levensvatbare spaarinstelling.
- Financiële projecties van de eerste drie operationele jaren, die uit een balans, resultatenrekening en kastroomoverzicht bestaan. Hierbij dient tevens een prognose van de verwachte solvabiliteits- en liquiditeitspositie conform de geldende normen van de Bank te worden opgenomen.
- Procedure voor risicomanagement (inclusief automatisering en beveiliging).
- De concurrentiepositie van de spaarinstelling.
- Naam van de externe accountant.
Nadat alle documentatie conform artikel 3 van de WTK 2023 is ingediend, zal de Bank overgaan tot de toetsing. Verder zullen er m.b.t. de vergunningsaanvraag kosten in rekening worden gebracht.
Wanneer de documenten goed zijn bevonden en de leden van het bestuur en de commissie van toezicht toestemming hebben van de Bank, wordt de vergunning middels een beschikking verstrekt. De Bank beslist binnen drie maanden na de datum van ontvangst van een volledige aanvraag.
Hierna zal de spaarinstelling moeten voldoen aan de maandelijkse/kwartaalbasis en jaarlijkse rapportageplicht. Ook zijn spaarinstellingen, instellingen van openbaar belang, wat inhoudt dat jaarlijks een jaarrekening conform de Wet op de Jaarrekening 2017 zal moeten worden opgesteld.
Het toezicht op een spaarinstelling
Het toezicht op spaarinstellingen bestaat uit het volgende:
- Het prudentieel toezicht dat zich richt op de financiële opzet. Hierbij wordt er gestreefd naar een gezonde coöperatieve sector. Dit ter bescherming van de aan de instelling toevertrouwde middelen en het verhogen van het vertrouwen van de leden.
- Het integriteitstoezicht dat zich richt op:
- corporate governance (deugdelijk bestuur), wat betrekking heeft op integere en deskundige bestuurders, die op basis van richtlijnen verantwoord beleid uitstippelen en uitvoeren voor de instellingen;
- bestrijding van Money Laundering en Terrorismefinanciering (ML/TF). Hierbij is het doel om spaarinstellingen het minimale kader te verschaffen om op een adequate en proactieve wijze ML/TF te bestrijden, door risico’s te identificeren, te beoordelen, te onderzoeken en acties ter beperking van deze risico’s te ondernemen.
Verder wordt het toezicht uitgeoefend middels off-site monitoring en on-site inspecties:
- Off - site monitoring
Nadat de vergunning is verstrekt aan een spaarinstelling dient de instelling op een vrij regelmatige basis haar gegevens te rapporteren, in een door de Bank voorgeschreven vorm (off-site monitoring). De off-site monitoring houdt zich bezig met het analyseren van rapportages van de instellingen, waarvan het resultaat fungeert als een waarschuwingssignaal voor eventuele problemen. De off-site monitoring wordt periodiek (maandelijks, op kwartaalbasis, halfjaarlijks, jaarlijks) uitgevoerd middels een analyse van de ontvangen data middels de voorgeschreven rapportagestaten, instructies en richtlijnen. Aan de hand van de analyse kan het opstellen van een brief of het uitnodigen voor een gesprek noodzakelijk zijn. Verder worden er ook periodieke gesprekken gevoerd met het doel dat de toezichthouder op de hoogte blijft van de ontwikkelingen die zich binnen de instelling afspelen.
- On - site inspectie
Bij de on-site inspectie wordt de bedrijfsvoering van de instelling ter plekke beoordeeld aan de hand van haar boeken en bescheiden. In dit kader wordt onder meer gebruik gemaakt van de data van de off-site monitoring.
Herstel en afwikkeling van kredietinstellingen
Met de inwerkingtreding van de Centrale Bankwet 2022 is het vaststellen van regels door de CBvS met betrekking tot het nemen en ten uitvoer leggen van preventieve, vroegtijdige interventie- en resolutiemaatregelen ten aanzien van de kredietinstellingen, ten einde de handhaving van de financiële stabiliteit in Suriname te bewerkstelligen vereist. Naar aanleiding hiervan is de Wet Herstel en Afwikkeling Kredietinstellingen (S.B. 2024 no.5) (WET HAK) afgekondigd. Hierdoor is de Bank naast monetaire- en toezichtautoriteit nu ook resolutieautoriteit.
De CBvS, deskundig en ervaren met betrekking tot het toezicht (toezichtfunctie) op kredietinstellingen, is reeds bekend met de informatie bij kredietinstellingen, hetgeen de nodige efficiëntie oplevert in de taakvoering, gezien de resolutiefunctie de informatie, expertise en capaciteit die beschikbaar is bij het toezicht in acht zal nemen. Hierdoor kan de toezichttaak de resolutiefunctie vroegtijdig betrekken, indien zij bepaalde ontwikkelingen en problemen signaleert. Dit is bevorderlijk voor vlot en effectief ingrijpen in geval uit gerapporteerde cijfers en trends kan worden afgeleid dat risico’s ongewenste proporties lijken aan te nemen en een kredietinstelling in een situatie van discontinuïteit is gekomen of waarschijnlijk zal komen. Dit kan de stabiliteit binnen de financiële sector alleen maar ten goede komen. Daarnaast blijft een kredietinstelling die in resolutie wordt geplaatst, onder toezicht van de Bank, tenzij het resolutieproces uiteindelijk leidt tot het intrekken van de vergunning en de liquidatie van de instelling, hetgeen het belang van een nauwe samenwerking tussen de toezichtfunctie en de resolutiefunctie onderstreept.
Liquidatie door de spaarinstelling zelf
Een spaarinstelling kan zelf besluiten tot liquidatie over te gaan. Hierbij is de spaarinstelling conform artikel 33 van de WTK verplicht binnen twee (2) werkdagen dit besluit direct schriftelijk aan de Bank mede te delen. Er zal een door de Bank vast te stellen periode in acht genomen worden alvorens uitvoering aan een besluit tot liquidatie kan worden gegeven. Een zodanig besluit dient onder toezicht en volgens aanwijzingen van de Bank te geschieden.