Moni Tori - 70 |
KASMONI III
Het Numismatisch
Museum sluit met deze Moni Tori het onderwerp: �Kasmoni� af.
In Moni Tori 69 werd vermeld dat door critici de conclusie is getrokken dat
kasmoni pas na de slaventijd kan zijn ontstaan toen de creolen als zelfstandige
rechtssubjecten aan het economisch verkeer konden deelnemen.
In deze visie over
kasmoni gingen de creolen pas kasmoni beoefenen toen ze na de afschaffing van de
slavernij loon ontvingen. De meesten trokken geleidelijk naar de hoofdstad, waar
de centrale commerci�le en bestuurlijke instellingen zetelden. Dit sluit aan bij
de overigens onjuiste opvatting dat de Rosca (Roulerende spaar- en
kredietassociaties) een typisch stedelijk verschijnsel is. De toegang van
stadscreolen tot banken was aanvankelijk zeer beperkt, aldus deze
ontstaansgeschiedenis, maar degenen die als eersten een bank betraden, gaven hun
ogen goed de kost. Zo ontstond kasmoni als informeel parallelsysteem. De creolen
namen de bewaarfunctie van de bank over, pikten het woord �kassa� op van boven
het loket van uitbetaling en maakten daar het vlotter en krachtiger �kas� van.
Volgens de aanhangers ligt deze verklaring voor de hand, omdat creolen snel,
slim en handig zijn in het overnemen van nieuwigheden, een beeld dat andere
creolen echter als raciaal stereotiep afwijzen. In deze visie is kasmoni dus een
eigen creools-Cara�bisch systeem dat na 1863 is ontstaan. Van Afrikaanse invloed
kan dan geen sprake zijn, omdat de rechtstreekse invoer van slaven uit Afrika al
in 1826 definitief was stopgezet, en de smokkelhandel in 1832 stokte.
Tegen de opvatting dat kasmoni een creoolse imitatie van bankkassen is, pleit
echter dat ze geen verklaring biedt voor het rouleerbeginsel. Bovendien lijkt
uit nader historisch onderzoek dat de slaven wel degelijk over voldoende geld
beschikten om aan kasmoni te doen. Waarom zou kasmoni pas na de emancipatie zijn
ontstaan wanneer alle voorwaarden al tijdens de slavernij aanwezig waren?
Rosca�s ontstaan als vanzelfsprekende reactie op schaarste, onzekerheid en
risico�s. Mogelijk moet de oorsprong van Rosca�s worden gezocht in de
universaliteit van het menselijk gedrag en de logica van collectieve actie.
Gegeven dat menselijk gedrag bestaat uit het streven van het individu zich aan
zijn omgeving aan te passen, zijn menselijke wezens geneigd op gelijksoortige
manieren te reageren op omstandigheden van schaarste, onzekerheid en gevaar.
Uiteraard varieert deze reactie naar tijd en plaats en naargelang er meer of
minder tegenslag optreedt. Volgens ene F.J.A. Bouman ligt het voor de hand dat
individuen in dergelijke moeilijke situaties hun toevlucht nemen tot het
bijeenbrengen van schaarse bronnen. De Rosca is dan een bijna volmaakt netwerk
van onderlinge bijstand dat is gebaseerd op evenredige wederkerigheid. Het is
heel aannemelijk dat mensen deze oplossing hebben gevonden via de logica van
collectieve actie, onafhankelijk van elkaar, in alle uithoeken van de wereld,
hoewel niet gelijktijdig. Dit rechtvaardigt een redelijk vermoeden dat kasmoni
een eigen creoolse Rosca-variant is, die al dan niet onder Afrikaanse invloed,
door de Surinaamse slaven is ontwikkeld.
Bron:
Kasmoni, een spaartraditie in Suriname en Nederland � Aspha Bijnaar
� 2009 Centrale Bank van Suriname