Moni Tori - 69

KASMONI II

In deze moni tori gaan we verder met het onderwerp: �Kasmoni�.

Omdat de eerste Chinezen zonder vrouwen naar Suriname waren gekomen, namen velen een Creoolse vrouw als echtgenote. Wanneer een Chinees verliefd werd op een slavin en kinderen met haar kreeg, kocht hij hen vaak vrij. Volgens een Chinese informant zouden de Creoolse vrouwen het onbegrijpelijk hebben gevonden dat hun Chinese echtgenoten zo snel vooruitkwamen in de handel, hoewel ze vanuit het niets waren begonnen. Ze kwamen erachter dat hun mannen gebruik maakten van een gecompliceerd Chinees spaar- en kredietsysteem. Al gauw namen ze het over, maar op hun eigen manier; wat ze te ingewikkeld vonden, lieten ze eenvoudig weg. Een Creoolse kasvrouw die was getrouwd met een Chinese winkelier bezat nog een tweede voordeel, een betrouwbare financi�le reputatie. Mocht er binnen haar kasmoni iets verkeerd gaan, dan kon de winkel van haar man als dekking dienen. Voor deze China-hypothese pleit dat ze begrijpelijk maakt waarom de Creoolse kasmoni vooral door vrouwen wordt beoefend. Toch zijn al deze aanwijzingen voor diffusie vanuit de Chinese cultuur niet sterk genoeg. Een eerste aanwijzing voor het tegendeel is de naam kasmoni. Als de Creolen groepsparen van de Chinezen hadden geleerd, hadden ze waarschijnlijk ook de naam �foei dchen� overgenomen of tenminste een verbastering daarvan.

Over de herkomst van de Creoolse kasmoni resteren dan de twee hypothesen die het systeem een eigen Creoolse dan wel Afrikaanse achtergrond toeschrijven. De meerderheid van de Surinaamse Creolen gelooft dat kasmoni uit Afrika is meegenomen door de slaven, die er dankbaar gebruik van maakten in hun overlevingsstrijd. Veel Surinaamse Creolen hechten groot ideologisch belang aan deze ontstaansgeschiedenis. Het idee dat hun Afrikaanse voorouders de kasmoni invoerden en kans zagen deze traditie ondanks de slavernij te bewaren, vervult hen met trots en versterkt hun identificatie met de African roots. In de literatuur wordt dezelfde opvatting verdedigd voor de hele Afro-Amerikaanse samenleving. De bewoners van Afrika zouden dit spaar- en kredietsysteem al kennen voordat ze het als slaven meenamen naar het Caribische gebied en de Verenigde Staten van Amerika. Als bewijs van de Afrikaanse oorsprong van de �susu� van Trinidad wordt gewezen op de verwantschap met het Nigeriaanse woord �esusu�.

Voor Suriname ligt zo�n etymologisch bewijs moeilijker. Er is geen enkel Afrikaanse benaming van informele roulerende spaar- en kredietsystemen (Rotating Saving and Credit Associations oftewel Rosca�s) aangetroffen die lijken op kasmoni. Wel werd het Yoruba-woord k�se-�-m�n�, wat �het onmisbare� betekent, een van de negen waarden die de Yoruba aan geld toeschrijven, aangetroffen. De Yoruba zien geld als een wezen dat een relatie aangaat met mensen. Geld is in hun visie een gast die zelf besluit bij wie hij op bezoek gaat en hoe lang hij bij hem blijft. Verder heeft het menselijke eigenschappen, want het lacht, zit, enzovoort. Maar dit verband tussen kasmoni en k�se-�-m�n� is ver gezocht, gezien het geringe aantal Yoruba dat als slaaf in Suriname is terechtgekomen. Bovendien gebruiken de Yoruba een ander woord voor Rosca�s, �esusu�.

Ook om andere redenen wordt getwijfeld aan de Afrika-hypothese. Ten eerste valt in schriftelijke bronnen uit de slaventijd niets te vinden over kasmoni. Dit bezwaar is niet doorslaggevend, want het is heel goed mogelijk dat slaven hun deelname aan kasmoni verborgen hebben gehouden. Fundamenteler is de tegenwerping dat de slaven over te weinig financi�le middelen beschikten om zo�n spaar- en kredietsysteem op te zetten: daarom, concluderen critici, kan kasmoni pas zijn ontstaan na de slaventijd, toen de Creolen als zelfstandige rechtssubjecten aan het economisch verkeer konden deelnemen.

(wordt vervolgd)

Bron:

� 2009 Centrale Bank van Suriname