Moni Tori - 68

KASMONI

Wegens gebrek aan bronnen is de herkomst van het systeem kasmoni niet met zekerheid te bepalen. De term als zodanig is van Europese oorsprong. Kas staat voor het Nederlandse �kassa� of voor het Engelse �cash�, wat kas of contant geld betekent. Moni komt van het Engelse �money�. Bij geboorte van het woord hebben dus de Engelse en de Nederlandse taal een rol gespeeld. Suriname heeft maar kort onder Engels bestuur gestaan.

De inheemse Creoolse taal, het Sranantongo, bestaat voor een deel uit woorden van Engelse oorsprong. Vroeger werd het Negerengels genoemd. Het Nederlands is in Suriname de offici�le voertaal, en onderwijs, bestuur en wetgeving zijn geheel ontworpen naar Nederlands model.

Volgens sommige Creolen heeft het Nederlandse deel van het woord kasmoni een andere stamboom. Het zou zijn ontstaan doordat kasvrouwen het geld in een speciale kast in huis bewaarden. �Kast� is in het Sranantongo omgevormd tot kasi. Geld in die kast werd dus kasmoni genoemd, afgeleid van kastmoni of kasimoni. Volgens sommigen bestaat deze kast nog ergens in hun familie. Het bleek weliswaar niet om een speciaal type kast te gaan, maar om een willekeurige houten kast of dressoir die volgens de familiegeschiedenis als bewaarplaats van kasgeld diende. Deze etymologie is echter niet aannemelijk, omdat kasgeld vanouds ook op andere plaatsen werd bewaard: onder een matras of onder het bed, tussen kleren of in boeken, in vazen of blikken, in de boezem van kasvrouwen. Hier is dus eerder associatieve spraakverwarring in het spel.

Over het ontstaan van het kasmonisysteem zelf circuleren vier hypothesen.
De eerste luidt dat kasmoni een eigen Caribische creatie is. Het systeem zou zijn ontstaan na de afschaffing van de slavernij, toen Creolen geleidelijk toegang tot banken kregen. Ten tweede wordt verondersteld dat het systeem uit China stamt; creolen keken het af van Chinese immigranten. Volgens een derde opvatting leerden Europese zendelingen en missionarissen Creolen kasmoni te vormen. De vierde hypothese luidt dat de negerslaven na hun aankomst in Suriname een Afrikaanse traditie voortzetten. De laatste hypothesen gaan dus uit van culturele diffusie, maar de vierde kent ook een variant die meer nadruk legt op endogeniteit. In deze visie ontstond kasmoni al tijdens de slavernij, maar dan als onderdeel van een nieuwe Caribische mengcultuur die de slaven onder koloniale overheersing vormden.

Volgens de eerste diffusionistische hypothese zijn de Chinezen verantwoordelijk voor het ontstaan van kasmoni. Ze zouden het systeem aan de Creolen hebben geleerd nadat ze vlak voor de emancipatie van de slaven in 1863 als contractarbeiders naar Suriname waren getrokken. Deze veronderstelling werd veel aangetroffen bij hoogopgeleide Creolen en enkele Chinezen. Ze wordt ingegeven door de bijzondere ondernemings- en spaarzin waarvan de Chinese immigranten al dadelijk blijk gaven. Na het einde van hun contract voor plantagearbeid legden de Chinezen zich toe op de kleinhandel, �waarvoor zij een merkwaardige voorkeur en aanleg toonden�.

Of de Chinezen hun spaarsysteem werkelijk bij de Creoolse bevolking hebben ge�ntroduceerd, valt moeilijk na te gaan. Voorzover over de Surinaamse Chinezen is geschreven, beperkt dat zich tot gegevens over hun plaats van herkomst, middelen van bestaan, tradities en folklore. Toch zijn er enkele aanwijzingen die aanleiding geven tot deze speculatie. Tussen 1853 en 1874 werden in totaal ongeveer drieduizend Chinezen uit Java en Kanton ge�mporteerd. Als contractarbeiders op de plantages ontvingen ze per persoon een rantsoen, dat ze vervolgens in een gezamenlijke pot bijeenbrachten. Telkens kreeg een ander de beurt om uit die pot voor de hele groep te koken, terwijl daarnaast een overschot werd opgespaard. Dat werd verkocht aan slaven en anderen,waarna de opbrengst weer werd gespaard bij een Chinese voorman. Door de elementen van onderling inleggen en rouleren vertoont dit systeem enige verwantschap met kasmoni.

(wordt vervolgd)

Bron:

� 2009 Centrale Bank van Suriname