Moni Tori - 64 |
INDIGO
Uit de bladeren en de takken van de indigo struik (indigofera tinctoria) werd gedurende eeuwen de stof �indican� gehaald. Door oxidatie aan de lucht werd deze stof omgezet in de blauwe kleurstof indigo, waarmee stoffen blauw werden gekleurd. De kleurstof wordt tegenwoordig synthetisch bereid en onder andere gebruikt om spijkerbroeken blauw te verven.
|
Indigo plant |
De indigostruik
(indigo tinctoria) is ��n van de ongeveer zeshonderd soorten uit het geslacht
indigofera. Het is een plant uit de grote familie van vlinderbloemigen (Fabaceae).
De struik heeft kleine blaadjes en de bloemen bestaan uit vijf delen, die
tezamen een vlindervormige bloem vormen. De indigostruik wordt een � twee meter
hoog. De struik komt oorspronkelijk uit India, van waaruit hij werd verspreid
over grote delen van Zuid-Azi�. De verschillende soorten van het geslacht
indigofera komen over het hele gebied van de Tropen en de Subtropen voor.
De struik is al 5000 jaar in gebruik als leverancier van kleurstof. De
populariteit en de economische waarde van de plant bereikte zijn hoogtepunt in
de middeleeuwen. De verkoop van indigo naar Europese landen werd gedurende een
eeuw door kwekers van wede (plant waaruit men vroeger blauwe verfstof bereidde,
Isatis tinctoria) tegengehouden, omdat dat hun cultuur bedreigde. Maar vanaf de
zestiende eeuw lukte dat niet meer. De opbrengst van indigo uit de indigostruik
is velen malen hoger dan die uit de wede. Daarnaast werd de indigostruik ook
naar de Nieuwe Wereld gebracht en begon de productie van indigo in South
Carolina.
Zoals eerder vermeld komt het pigment indican uit de bladeren en de takken van
de indigostruik. Deze stof wordt uit de plant vrijgemaakt, door de bladeren en
de takken fijn te maken en te mengen met water. Deze oplossing moet een halve
dag staan. Het mengsel is dan kleurloos, maar onder invloed van de zuurstof uit
de lucht wordt het kleurloze indican omgezet in de blauwe kleurstof indigotine.
Om deze omzetting te versnellen, werd het water regelmatig bewogen.
Indigo kan ook uit de andere soorten van het geslacht indigofera worden gehaald.
De pre-Columbiaanse indianen op het schiereiland Yucatan gebruikten indigo reeds
als verfstof, voordat de Europeanen het naar de Nieuwe Wereld hadden gebracht.
De struik, die de indianen de indigo leverde, was indigofera suffuticosa
(Guatemalaanse indigo). Naast deze struik werden ook de soorten Indigofera
arrecta en indigofera caroliniana gebruikt voor de productie van kleurstoffen.
Het commerci�le gebruik van de indigostruik werd in de negentiende eeuw
be�indigd, toen William Perkin in 1856 de kleurstof kon synthetiseren. Vrij snel
daarna begonnen fabrieken in Duitsland een indigo te fabriceren, dat stabieler
was dan dat uit de plant.
De indigostruik wordt ook gebruikt voor medicinale doeleinden. Chinezen
gebruikten delen van deze struik om de lever te zuiveren, het bloed te ontgiften
en om pijn en koorts te verminderen. Van wortel van de verwante Zuid-Afrikaanse
soort Indigofera patens wordt een poeder gemaakt om kiespijn te verlichten.
Ook in Suriname werd de indigoplant geteeld, zij het dan ook dat deze cultuur
hier nooit van grote betekenis is geweest. Door concurrentie van de synthetische
indigo verdween de cultuur in de 19de eeuw. In 1834 werd op de plantages
Hannover, � la Bonne Heure en De Twee Kinderen nog indigo geteeld. Hieraan
herinnert nog de volksnaam Blawgron voor de laatste plantage.
Vermeldenswaard is dat bij resolutie van 11 september 1669 suiker als wettig
betaalmiddel werd aangewezen in Suriname en werd de courante waarde vastgesteld
op twee stuivers per pond. Tevens werd in 1675 vastgesteld dat alle belastingen
betaald zouden mogen worden met tabak, suiker en indigo.
Bron:
Encyclopedie van Suriname - Prof. Dr. C.F.A. Bruijning en
Prof. Dr. J. Voorhoeve
Plants for Man, Prentice-Hall, 1956 - R.W. Schery,
Plantaardigheden - Aardigheden over planten - verfplanten - Rob van der
Hoeden
� 2008 Centrale Bank van Suriname