Moni Tori - 48

PLASTIC GELD, MEER DAN PINPAS EN CREDITCARD

In een paar jaar tijd zijn de Australi�rs gewend geraakt aan plastic bankbiljetten, betalen met papieren bankbiljetten is een uitzondering. De Australi�rs begonnen hun zoektocht naar een beter bankbiljet in 1967, omdat het toenmalige biljet van $10 op grote schaal werd vervalst. Gezocht werd naar een biljet dat lang meeging en zeer moeilijk te vervalsen was. Papieren biljetten hebben het nadeel dat ze snel slijten en scheuren als ze nat zijn. Daarnaast worden ze op grote schaal nagemaakt, ondanks beveiligingen zoals het watermerk en metaaldraden in het papier.

Het resultaat van de zoektocht was een biljet gemaakt van polymeer, een soort plastic. Het eerste biljet gemaakt van dit materiaal was het herdenkingsbiljet tweehonderd jaar Australi� in 1988. Bij deze eerste polymeerbiljetten bleek de verbinding tussen het kapitein Cook monogram en het biljet niet sterk genoeg. De Australi�rs behandelden dit monogram, geplaatst op een doorzichtig stukje van het biljet, als een kraslot en gingen het met scherpe voorwerpen te lijf. Dit hield het biljet niet vol, en het monogram liet los.

Voorzijde van een bankbiljet van 20 dollars van Australi� gemaakt van polymeer.

Enkele dagen na de introductie werd het biljet ingetrokken, om enkele maanden later in een verbeterde versie weer terug te komen. Nu de Note printing Branch van de Reserve Bank of Australia het productieproces onder de knie heeft, worden alle Australische biljetten van polymeer gemaakt.

Australi� was echter niet het eerste land dat de mogelijkheden van plastic biljetten heeft onderzocht. In het begin van de jaren tachtig heeft de American Bank Note Company (ABNC) in samenwerking met het chemiebedrijf DuPont ge�xperimenteerd met bankbiljetten gemaakt van Tyvek, een soort plastic. Tyvek heeft als voordeel dat het aanvoelt als papier, en niet als plastic waardoor het sneller geaccepteerd wordt door het publiek. Costa Rica, Ha�ti en het eiland Man hebben een aantal biljetten uitgegeven gemaakt van dit materiaal.

De 100, 250 en 500 gourdes van Ha�ti zijn zeldzaam. Toen er in 1996 een aantal op de markt verscheen waren ze snel uitverkocht. De uitgaven van deze plastic biljetten zijn identiek aan de papieren biljetten. Voor Costa Rica is het plastic biljet te herkennen aan het voorvoegsel Z bij het serienummer en aan de datum: 28 juni 1983. Op het biljet van Ha�ti zijn willekeurig verspreide kleine rode en blauwe stippen te zien. Het eiland Man heeft als voorvoegsel een M, N of P eindigend met serienummer P500,000. Deze biljetten waren geen succes. Ze konden niet tegen het tropische klimaat. De inkt raakte smoezelig en vervuild. Voor Costa Rica en Ha�ti kwam het einde van het biljet in hetzelfde jaar van uitgifte namelijk 1983, voor het eiland Man vijf jaar na uitgifte: 1988.

ABNC heeft nog een aantal proeven verricht met plastic bankbiljetten, onder andere voor Ecuador, El Salvador, Honduras en Venezuela. Het is bij proeven gebleven en geen van de bankbiljetten zijn in omloop gebracht. Een aantal van deze proeven zijn op 16 april 1997 geveild door Spink in Londen. Tyvek was dus geen succes. Het gebruik van Tyvek kreeg nog een staartje bij de millenniumwisseling. De Chatham eilanden, waar de zon het eerst te zien was, gaf een speciaal herinneringsbiljet uit gemaakt van Tyvek. Dit biljet was echter geen legaal betaalmiddel.

(wordt vervolgd)

Bron:

� 2008 Centrale Bank van Suriname