BESCHRIJVING
VAN MUNTEN (II)
In Moni Tori 25 werd
door het Numismatisch Museum van de Centrale Bank van
Suriname
de wijze waarop munten beschreven kunnen worden, behandeld. Zo zagen wij dat
afhankelijk van het doel dat men voor ogen heeft, het beschrijven van munten op
verschillende manieren
kan
gebeuren.
Deze Moni Tori is een vervolg op de beschrijving van munten
in Moni Tori 25.
- Bijteken: de
meest voorkomende bijtekens zijn de munttekens, de tekens van de muntmeester
en andere verantwoordelijke personen, de emissietekens en de initialen van
de ontwerpers en de graveurs van de muntstempels. In de Griekse oudheid
kwamen de bijtekens al voor om de verschillende munthuizen aan te duiden en
aan te geven welke magistraat verantwoordelijk was voor de produktie van een
bepaalde munt. Op Romeinse munten uit de keizertijd is vaak de muntplaats en
de werkplaats (officina) aangeduid. Dit laatste was nodig, omdat er vaak
meerdere muntwerkplaatsen in ��n stad gevestigd waren.
- Jaartal:
bijna alle moderne munten dragen een jaartal, waardoor datering vrij simpel
is. De eerste regelmatige vorm van datering is ingevoerd in het Middenoosten
door de Seleuciden aan het einde van de vierde eeuw voor Christus. Deze
gewoonte is daar later overgenomen door onder andere de Byzantijnse keizers
en de Arabieren. Meestal baseerde men zich voor de jaartelling op de
regeringsjaren van de vorst of de stichting van de dynastie. Later
ontstonden de jaartellingen op religieuze basis zoals Christelijke en de
Mohammedaanse jaartelling. Het jaartal op de munt is echter niet altijd in
overeenstemming met het jaar waarin de munt geslagen werd. Soms wordt als
eerste jaartal de datum van de Muntwet aangehouden en komt de munt pas
enkele jaren later in de omloop.
- Omschrift:
over de termen omschrift, randschrift en kantschrift bestaan nogal
verschillende gewoontes waardoor misverstanden kunnen ontstaan. De
hier gebruikte omschrijving is ontleend aan de huidige Nederlandse
muntwetgeving. Met het omschrift wordt de tekst bedoeld die op het muntveld
langs de rand geplaatst is. In sommige oudere literatuur gebruikt men
hiervoor ook term randschrift.
- Rand:
de
zijkant van de munt. Als de rand bewerkt is, spreekt men van kartelrand,
kabelrand, bloemrand, enz.
- Randschrift:
de tekst op de rand of de zijkant van de munt. Deze term sluit het beste aan
bij de al eerder genoemde rand van de munt.
- Initiaalteken:
teken om het begin van het omschrift aan te geven.
- Interpunctie:
tekens om de woorden van elkaar te scheiden in het omschrift of in andere
teksten op de munt, net zoals in laat middeleeuwse handschriften. Het
gebruik van interpunctie was noodzakelijk, omdat er meestal weinig ruimte
tussen de woorden opengelaten werd en men bovendien gebruik maakte van
allerlei afkortingen waardoor verwarring niet uitgesloten was. Tegenwoordig
komt het gebruik van interpunctie veel minder voor, omdat de teksten meestal
veel korter en minder gecompliceerd zijn.

|
Omschrijving
van een 2� gulden 1961, zilver
Nederland
, Juliana 1948-1980)
|
Bron:
- Encyclopedie van
munten en bankbiljetten - Bohn Stafleu van Loghum Houten 1986
� 2008 Centrale Bank van
Suriname