BESCHRIJVING
VAN MUNTEN (I)
Het beschrijven van
munten
kan
op verschillende manieren gebeuren. Als kortste wijze van vastleggen,
kan
men het catalogusnummer en het jaartal van de munt noteren. Aan de andere kant
is het mogelijk een zeer uitgebreide beschrijving te geven van alles wat
zichtbaar en meetbaar is, aangevuld met vergrote foto�s. De wijze van
beschrijven is afhankelijk van het doel dat men voor ogen heeft.
Bij de beschrijving van een munt worden de volgende begrippen gebruikt:
- Voorzijde (vz)
en keerzijde (kz):
de voorzijde is de �voornaamste� kant van de
munt, maar vaak kan men van mening verschillen welke zijde als voorzijde
beschouwd moet worden en welke als keerzijde. Er kunnen wel een aantal
richtlijnen gegeven worden.
Bij de oudste Griekse munten was alleen de voorzijde voorzien van een goed
uitgevoerde voorstelling. Ook bij de munten van de Romeinse keizers is het
haast vanzelfsprekend dat het portret van de keizer op de voorzijde staat.
Sommige munten hebben een doorlopende tekst die op de ene zijde begint en op
de andere zijde verder gaat. In dat geval staat het begin van de tekst op de
voorzijde. Men neemt ook vaak aan dat bij combinaties van religieuze- en
andere voorstellingen (bijvoorbeeld de afbeelding van een heilige op de ene
zijde en een wapen op de andere zijde) de religieuze voorstelling op de
voorzijde staat. Een ander uitgangspunt is dat de zijde waarop naar de
uitgevende instantie (= de muntheer) verwezen wordt, de voorzijde is. Al
deze regels helpen wel iets, maar bieden bijna nooit volledige zekerheid.
Bij moderne munten biedt de muntwet uitkomst. Hierin staat meestal
uitdrukkelijk voorgeschreven wat op de voorzijde moet komen te staan en wat
op de keerzijde.
- Muntveld of
veld:
het vlak waarop de voorstelling of beeldenaar is aangebracht.
- Afsnede:
door een lijn afgezonderd onderste gedeelte van het muntveld.
- Beeldenaar:
de gehele voorstelling op ��n zijde. De beeldenaar is meestal uit een
aantal elementen opgebouwd, zoals centrale voorstelling, waardeaanduiding,
omschrift, jaartal en bijtekens. Als centraal onderdeel kiest men vaak een
portret, een wapen of een zinnebeeldige voorstelling.
- Waardeaanduiding:
bijna alle moderne munten dragen een waardeaanduiding. Een waardeaanduiding
op een munt is pas mogelijk als de nominale waarde gedurende een langere
periode onveranderd blijft. In de tijd dat de meeste munten hun nominale
waarde ontleenden aan de metaalwaarde (= intrinsieke waarde), veranderde
deze nominale waarde steeds door wijzigingen in de prijzen van de
edelmetalen. Daarom was het meestal niet zinvol om een waardeaanduiding op
de munten te plaatsen.

|
Omschrijving
van een 2� gulden 1961, zilver
Nederland
,
Juliana 1948-1980) |
(Wordt vervolgd)
Bron:
- Encyclopedie van
munten en bankbiljetten - Bohn Stafleu van Loghum Houten 1986
� 2008 Centrale Bank van
Suriname