Moni Tori - 18

PANDHUIZEN IN SURINAME

In Suriname kende men vroeger de zogenaamde huizen van verkoop met het recht van wederinkoop. Deze werden echter voor de Surinaamse samenleving een gevaar geacht, terwijl ook anderszins op het gebied van belening van goederen allerlei misstanden bestonden. Daarom diende Gouverneur Staal op 1 mei 1918 een ontwerp-verordening in bij de Koloniale Staten tot wijziging van artikel 466 van het Wetboek van Strafrecht om de voorgenoemde huizen onder toezicht van de overheid te brengen. De meerderheid van de Staten gaf echter de voorkeur aan een verordening in de geest van de Nederlandse Pandhuiswet en het voorstel van de Gouverneur werd verworpen met 6 tegen 4 stemmen. De Gouverneur achtte de verordening echter dringend gewenst en lokte een Koninklijk Besluit uit, waarbij de materie werd geregeld. Dit Koninklijk Besluit werd afgekondigd in het G.B. 1919 no. 65. Het Statenlid Mr. S. D. de Vries diende daarop op 1 juli 1919 een initiatief-ontwerpverordening inhoudende wettelijke bepalingen tot regeling van de particuliere banken van lening.

Links op de foto naast het hoekhuis was een pandhuis gevestigd

Waar het gebouw met de toren stond, staat nu de
Surinaamse Volkscredietbank

Dit ontwerp werd op 24 november 1919 door de Koloniale Staten goedgekeurd. De afkondiging van deze verordening vond echter pas in 1923 plaats door Gouverneur Van Heemstra (G.B. 1923 No. 59). Zij trad in werking op 15 september 1923. Als bijzonderheid kan hierbij nog vermeld worden dat deze verordening de eerste initiatief-verordening is geweest die werd afgekondigd. In 1946, 1947 en 1948 werden wijzigingen en aanvullingen aangebracht in deze verordening. Dat de pandhuizen of pant�oso�s een belangrijke rol gespeeld hebben in de verlening van het klein consumptief krediet valt niet te loochenen, terwijl door de wettelijke regeling van deze materie de misstanden konden worden voorkomen. Bekende pandhuizen waren o.a. die van Simons, Tjon Kwan Paw en Azin. Na de oprichting van de Surinaamse Volkscredietbank in 1949 werd ook aan deze bankinstelling een pandhuis verbonden, dat in een behoefte bleek te voorzien en nog altijd van belang is voor de klein-credietverlening.

Bron:

� 2008 Centrale Bank van Suriname