Moni Tori - 13

GOUD

Goud werd lang voor onze jaartelling voor het eerst gevonden. Wie de vinder was en wat hij dacht, weten wij niet. Latere generaties brachten goud in ieder geval in verband met vuur en zonnekracht. Zij zagen in goud een goddelijke verschijning en raakten ervan in trance. Voor onze voorouders waren veel zaken nog niet verklaard met natuurwetenschappelijke wetten en bewijzen en zij hadden vaak een spannende uitleg voor het ontstaan der dingen. Zo wisten Griekse filosofen zeker dat goud een levend wezen was. Het groeide in het gesteente en het plantte zich voort aan de rand van het universum. Andere filosofen meenden echter dat goud ontstond als zonnestralen de aarde doorkliefden. Ook andere volken dachten dat goud van de zon afkomstig was. Voor de Egyptenaren was dat zelfs zo duidelijk dat zij voor zon en goud dezelfde hi�roglief gebruikten.

ca. 550 v. Chr.: Gouden stater, Croesus van Lydi�

Volgens de Romeinen was goud een zoon van de zon en de wind en was de aarde zijn vroedvrouw. Voor de Inca's was goud het zweet van de zon. Per cultuur verschilden de idee�n, maar zon en goddelijke kracht speelden steeds een belangrijke rol. Ook nu nog brengen astrologen goud in verband met de zon en lijkt er wat dat betreft weinig veranderd. Goud wordt wereldwijd op hoge waarde geschat. Het is relatief veel waard, duurzaam en gemakkelijk deelbaar in kleinere hoeveelheden. Deze eigenschappen maken goud zeer geschikt om te dienen als betaalmiddel en waardemeter voor andere zaken. De eerste munten werden in de zevende eeuw v. Chr. in Klein Azi� geslagen van elektron, een mengsel van goud en zilver dat gevonden werd in rivierbeddingen. De eerste gouden munten worden toegeschreven aan koning Croesus van Lydi�. Om de handel te vereenvoudigen, slaat men sinds de klassieke oudheid gouden munten. De samenstelling was niet overal hetzelfde. Het goudgehalte schommelde tussen de veertig en de zestig procent. Muntstukken zijn gemakkelijk in het gebruik, omdat alle exemplaren van ��n soort, dezelfde hoeveelheid edelmetaal bevatten. Zodoende weten koper en verkoper allebei hoeveel goud zij uitwisselen. Tegenwoordig worden gouden munten hoofdzakelijk geslagen voor beleggers en verzamelaars. Op de meeste munten staat geen bedrag en hun waarde ontlenen zij alleen aan de hoeveelheid edelmetaal, die zij bevatten. Deze munten hebben dan ook meestal geen status als wettig betaalmiddel. Het gebruik van grote hoeveelheden muntgeld is vaak lastig en daarom introduceerden banken in de negentiende eeuw het bankbiljet. De waarde van de bankbiljetten werd gedekt door het goud in de bankkluis en in theorie lag daar voor een even grote waarde aan goud opgeslagen als er aan papiergeld in omloop was. Hoewel de waarde van het geld tegenwoordig niet meer is gebaseerd op de goudvoorraad, ligt bijna de helft van al het gedolven goud inmiddels in kluizen. Goud wordt nog steeds gezien als financi�le reserve en daarom accepteren alle staten het als betaalmiddel. Goud blijft daarmee een hoeksteen voor het internationale handelsverkeer.

Bron:

� 2008 Centrale Bank van Suriname