Moni Tori - 5 |
MI
NA AFU SENSI, ...
De
halve cent was de kleinste denominatie van het Koninkrijk der Nederlanden,
geslagen van 1818 � 1940. De
koperen halve cent (1818-1877) had een diameter van 16 mm, terwijl de bronzen
(1878 - 1940) een diameter van 14 mm had. De halve cent kwam voor met een
gekroonde W aan de voorzijde, welke stond voor Koning Willem I (1815 � 1840),
Koning Willem II (1840-1849) en Koning Willem III (1849-1890). Vanaf 1878 werd
de gekroonde W vervangen door een gekroonde leeuw met zwaard en pijlbundel.
Aan de keerzijde vertoonde de munt tot en met 1877 het gekroond Nederlands Wapen
tussen � en C, na deze periode een � cent binnen twee samengebonden
oranjetakken en tenslotte vanaf 1909 een � cent binnen twee samengebonden
oranjetakken met appels.
![]() ![]() |
De halve cent met een diameter van 14 mm, die in de periode 1878 � 1940
geslagen is, is daarmee het kleinste Nederlandse muntje. Aangezien Suriname een
kolonie was van Nederland, werden de halve centen ook in Suriname gebruikt. In
de volksmond werd de halve cent, �afu sensi� genoemd.
In Suriname vertoonde zich een typisch verschijnsel, dat zijn oorsprong vindt in
de periode van de slavernij, waarbij geheime taal gesproken werd door de
verschillende wijzen van het angisa (hoofddoek) binden. De angisa is de
completering van de koto, een in Suriname ontstane klederdracht. Niet alleen
werd geheime taal gesproken door middel van de angisa, maar ook de verschillende
gemoedsstemmingen.
Zo werden ook de pika angisa�s, antwoordhoofddoeken, ge�ntroduceerd. Dit kwam
voor wanneer bij een vete ��n van de twistende partijen een doek doopte met
een hatelijke naam aan het adres van de ander en een antwoord volgde van de
beledigde tegenstanders.
Hieronder volgt een voorbeeld waarbij gebruik werd gemaakt van de �afu sensi�:
Aan de Waterkant waren er enkele vrouwen, die het oudste beroep uitoefenden.
Een sexegenote, die langs kwam en vond dat ze iets tegen deze prostitu�es moest
zeggen, deed dit met de hoofddoek �mi na afu sensi, no wan man no kan broko mi�.
Het antwoord van de tweede groep was zeer raak. �Mi na gowtu moni, mi de waka
na so meni anu, ma mi waarti mi no de lasi�, waarmee de andere zeggen wilde,
dat zij trots haar beroep niet minder in waarde is dan de ander.
Bron:
Surinaamse
Koto�s en Angisa�s, Ilse Henar � Hewitt
Encyclopedie
van munten en bankbiljetten, E.J.A. van Beek
� 2008 Centrale Bank van Suriname