Moni Tori - 16

HET MUNTHUIS

Munten werden vroeger door munthuizen niet zoals tegenwoordig met moderne machines gemaakt, maar tot aan het einde van de 17e eeuw grotendeels met de hand. Als een munt er daarom wat vreemd gevormd uitziet dan hoeft dat bijvoorbeeld niet te betekenen dat deze gesnoeid is. De muntplaatjes werden namelijk tot ver in de 17e eeuw door munthuizen niet mooi rond uit een plaat of strip gestanst, maar zij werden uitgeknipt met een grote metselschaar. Door het knippen werden ze vaak niet mooi rond, maar hoekig en soms bijna vierkant. Pas aan het eind van de 17e eeuw en aan het begin van de 18e eeuw gingen de meeste munthuizen over tot het stansen van de muntplaatjes en het machinaal vervaardigen van de munten met schroefwerken. De techniek was al langer aanwezig doch werd tegengehouden door het muntpersoneel die vreesde voor verlies van werkgelegenheid. Zo werd bijvoorbeeld ook de invoering van de schroefpers om dezelfde reden lange tijd tegengehouden door het muntpersoneel, maar ook door de overheid zelf. Het munten met een schroefpers maakt namelijk veel minder lawaai dan het slaan van de munten met een hamer. De overheid was daarom bang dat de schroefpers zou uitnodigen tot valsemunterij, omdat dan �s nachts geluidloos gemunt kon worden buiten alle controles om. De platen of strippen muntmetaal werden ten volle benut om er muntplaatjes uit te halen, mits het gewicht van een muntplaatje nog binnen de afgesproken remedie bleef. Alles wat overbleef, moest opnieuw gesmolten worden en dat kostte extra tijd en geld. Het muntmetaal werd namelijk eerst vloeibaar gemaakt en in de vorm van grove platen of strippen gegoten (tinnen). Als het om platen zilver en goud ging dan moesten deze ook nog op het juiste gehalte gebracht worden.

De platen werden in het begin met de hand op de juiste dikte gehamerd. In later tijden werden zij door een walstuig heen getrokken om ze op de juiste dikte te brengen. Uit deze dikte gebrachte plaat of strip werden dan tenslotte de muntplaatjes geknipt. Later gebeurde dit met stansmachines. De munten die geslagen zijn op muntplaatjes, welke nog met de hamer op dikte zijn gebracht, kunnen zwakke plekken vertonen als gevolg van kuilen die gevormd zijn door de hamerslagen. De muntstempel kon op deze dieper gelegen plaatsen minder goed in het metaal dringen. De muntplaatjes werden tot munten geslagen door de munter, met stempels die door de stempelsnijder waren gemaakt. De munter met zijn knecht waren vaak ongeschoold personeel, terwijl de stempel snijder vaak weer een vakman was. Er komen echter munten voor die dusdanig slecht van uiterlijk zijn dat aan het vakmanschap van de stempelsnijder getwijfeld kan worden. De wardijn van het munthuis zag toe op het juiste gewicht van de munten die het munthuis verlieten. Hij nam af en toe steekproeven en deponeerde enkele exemplaren in de muntbus. De munten in deze muntbus werden om de zoveel jaar gecontroleerd door de muntgeneraals van de Staten-Generaal. Op deze manier oefenden de Staten-Generaal enige controle uit op de muntslag. Als een muntmeester wilde knoeien, moest hij dus van meerdere personen medewerking hebben en het muntpersoneel moest zijn mond kunnen houden. Ondanks de hoge straffen die op valsemunterij stonden, zijn er toch munthuizen geweest die op grote schaal gesjoemeld hebben of zich zelfs geheel aan alle controles onttrokken hebben.

Bron:

� 2008 Centrale Bank van Suriname